Toen ik 16 jaar oud was en van de mavo af kwam had ik totaal geen idee wat te gaan doen. 1 Ding wist ik wel; ik wil iets met mijn handen gaan doen en niet hele dagen achter een bureau / in een auto of op dezelfde plek.

Ik ging een oriëntatiejaar doen; met andere woorden: een heel jaar stage lopen bij verschillende bedrijven. Na het eerste bedrijf (een metaalbedrijf) uitgeprobeerd te hebben (dit zou 4 weken gaan duren), wist ik na 2 weken al dat dit niks voor mij was.

Ik kreeg het idee om metselen te gaan proberen en sprak hierover met mijn pa (die stucadoor was) en hij zei: “dan kan je beter eens met ons meegaan. Sta je tenminste meestal binnen en niet altijd buiten in weer en wind.” Nou okee probeer ik dat. Ik ging stage lopen bij mijn oom Frans van Laerhoven die een stucadoorsbedrijfje in Kaatsheuvel had en zijn zoon (mijn neef dus) werkte sinds een jaar bij hem. Vanaf dag 1 vond ik het leuk; een mooi beroep en ik leerde snel. Ik heb gewoon het hele jaar bij hem stage gelopen en de keus was gemaakt. Stucen dus.

Ik ben toen samen met mn pa ruim 10 jaar voor 3 verschillende bedrijven op pad geweest en hij leerde me de kneepjes van het vak. Na die 10 jaar ging mijn pa met de vut en ik kwam bij de zoon van mijn eerste stageadres terecht; mijn neef Maikel van Laerhoven had inmiddels zijn eigen stucadoorsbedrijf opgezet en bij hem heb ik ook weer 10 jaar met plezier gewerkt.

2007 was het jaar dat ik de sprong heb gewaagd en voor mezelf begon. Als 1 pitter bij hoofdzakelijk particulieren alle soorten werkzaamheden in het stucen. Wat ik het belangrijkst vindt; netjes en opgeruimd werk afleveren / alles super afplakken / rotzooi opruimen en ook afvoeren / en afspraken nakomen.

Dus ik ben toch in ons familieberoep terecht gekomen waar mijn opa Simon van Laerhoven mee begonnen is. Zijn 7 zonen allemaal stucadoors. Nu zijn we nog met 3 neven over die in deze branche werkzaam zijn.